Dag 12: Ayr – Galloway Forrest Park

8 september 2016 - New Galloway, Verenigd Koninkrijk

In tegenstelling tot gisteren is de nattigheid vandaag niet uitgebleven. Jammer! Net op de dag dat ik wilde wild kamperen in het Falloway Forrest Park (toegelaten).

Het werd al duidelijk deze morgen toen ik mijn gordijnen opende. De regen kwam met bakken uit de hemel gevallen. Ik heb op mijn kamer nog ontbeten (= nog even vergeten), maar ben dan begonnen me klaar te maken. Het werd vlug duidelijk dat mijn fiets – die overnaacht heeft in de lobby van het hotel – niet lang zou droog blijven. Ik ben onmiddellijk vertrokken met mijn regenjas en die is niet afgegaan.

De weg begon ook niet goed. Het was wel een fietspad maar in slechte staat (smal en overwoekerd door netels) en het liep kort bij de zéér drukke weg. Gelukkig verbeterde dat wel. Langzaam werden de wegen smaller en minder druk. Ook ging ik hoger en hoger. Ik heb bijna de hele voormiddag geklommen. Toen ik eindelijk boven kwam vreesde ik een korte daling om dan weer te klimmen maar gelukkig was dat niet het geval. Ik denk dat ik ruim anderhalf uur in hoofdzaak gedaald heb.

Op het weer lette ik op de duur niet meer. Het was nu eens regen dan weer niet. Ik zou zelfs zeggen dat ze soms een welkome afkoeling bleken te zijn want mijn lichaamstemperatuur liep fel op in het klimmen. Was ik niet nat van de regen, dan wel van het zweten. Was ik een auto geweest, planden de eigenaars mij binnen te doen voor een joint de culasse.

Veel stoppen voor foto's zat er vandaag niet in. Maar in mooi weer was dat een reden van vertraging geweest.

De naam “Galloway Forrest Park” dekt volgens mij echter de lading niet. Het is eerder een heide aandoend berglandschap met lapjes bos en rotspartijen. Het krioelt er van de schapen en ook wat koeien lopen er rond. Ze lopen allen 'vrij' over grote stukken grond. De weg is voor hen afgesloten door zo'n roosters in de grond. De loopruimte is echter zo groot dat ik me afvroeg hoe die herder of boer zijn beesten bij elkaar krijgt?

Ik ben mezelf heel dankbaar dat ik gisteren die 30km extra deed want de tocht vandaag was toch wel zwaar te noemen. Vandaag stopte ik zo'n 15km voor het (gisteren, nieuw) geplande eindpunt. De laatste 10km die ik gedaan heb waren loodzwaar. Tot net voor Glen Trool loch was er geasfalteerde weg, daarna ging het offroad. De weg blijft zo tot ongeveer Clatteringshaws Loch. Offroad betekende vandaag een pad kiezelstenen (dikke en dunne) afgewisseld met stukken met verharde aardeweg (met veel stenen). Het was weer echt een mountainbike parcours. Ik heb een paar keer moeten stoppen. Dat was om wat te rusten of omdat mijn voorwiel plots draaide. Soms ging ik zelfs zo traag dat mijn GPS in “autopauze” ging. Dat vond ik echt afronterend!

Ik slaap niet wild maar toch een beetje wild. Het is in een zogenaamde 'bothie'. Dat is een oud huisje dat word onderhouden in functie van trekkers. Er zouden er zo veel bestaan in Schotland. Ik had er op voorhand van gelezen en had er, in het informatiepunt van het park, op de kaart één gevonden op mijn traject. Ik besloot daar dat het een waardig alternatief is voor wild kamperen. De bothie ligt met uitzicht op Loch Dee (tussen de twee eerder beschreven meren).

Er geraken was niet zo gemakkelijk want het lag zo'n 200m van de verharde weg vandaan. Ik moest er voor klimmen door zompige grasgrond (met mijn bepakte fiets aan de hand) op een pad (meer platgetreden gras door voorgangers). Ook het juisje zelf stelt niet veel voor. Het bestaat uit twee kamers en een ruimte die kan gebruikt worden als keuken. De bedden bestaan uit bakken waar je je matje op kan leggen. Ook stinkt het er wat binnen. Niet rot dan wel naar het brandgeur van het houtkacheltje. Ik heb onmiddellijk een venster en de deuren opengezet in de hoop dat het wat kan doorwaaien. Het huisje heeft wel stromend water. Daarvoor moet je wel naar buiten want het riviertje ligt er vlak naast. Soit, ik lig droog!

Foto’s